Welkom

Op de website van het Nizinny Verbond Nederland. 

Onderhoud.

Vacht:

Zie de borsteluurtjes als aangenaam verpozen tussen u en uw Nizinny. Hij/zij zal weten te waarderen dat uw aandacht uitsluitend op hem/haar gericht is. Regelmatige verzorging houdt u tevens op de hoogte van de gezondheidstoestand van uw Nizinny, huidongerechtigheden, opkomende eczemen en ongedierte kunt u evt. reeds in een vroeg stadium ontdekken. Zolang de Nizinny zijn puppyvacht heeft, dient u dagelijks te borstelen, dit om de Nizinny te laten wennen en u moet doorzetten als hij/zij geen zin meer heeft, u bepaalt wanneer het niet meer hoeft. Een volwassen hond met een goede vachtstructuur, dient u wekelijks op gemiddeld 1 á ½ uur vachtverzorging te rekenen. Eén keer grondig geborsteld, is beter dan meerdere malen per week oppervlakkig. Hoe vaak u borstelt hangt dus o.a. van de vachtstructuur af. Als uw Nizinny vaak nat is, bestaat er een groter gevaar voor klitten. Te vaak borstelen of regelmatig met de kam bewerken, is ook niet goed, aangezien u daarmee te veel onderwol eruit trekt. 

Borsteltraining:

Een stevig staande tafel, zorg er wel voor dat het blad antislip is, b.v. door een rubber mat of een stuk vloerbedekking. Zet de pup op tafel, terwijl u hem afleidt door hem toe te spreken en borstel de eerste keren zachtjes over het kopje en de rug, in de groeirichting van het haar. Als de pup gewend is, borstelt u vooral de kop en de snuit, wangen, achter de oren, de poten, de binnenkant van de dijen en oksels. Onderzoekt u de oorschelp en gehoorgang, gebit, ogen, voeten en geslachtsstreek. Verwijder voorzichtig uitscheiding en vuil. Leg de kleine op zijn zijkant en hou hem – indien nodig – enkele minuten rustig door te kroelen, knuffelen en praat zachtjes tegen hem. Tien minuten per dag zijn voldoende om de pup aan het dagelijks ritueel te laten wennen. Bent u klaar, beloon hem dan met wat lekkers en loof hem uitbundig. Til hem van tafel, echter nooit laten springen. Dollen en spelen op tafel moet u hem altijd verbieden. 

Gevoelige en snelklittende plaatsen:

Bijzonder gevoelige, snel klittende plaatsen, bevinden zich achter de oren, op de oorflappen, wangen, onder de kin, rond de mond, hals, ellebogen, okselholten, binnenkant van de dijen, in de achterholte van de dijen, buik, geslachtsstreek (bij reuen vooral) rond het scrotum en vóór de penis. Dit uitgesproken zachte haar dient u meerdere malen per week te controleren en het samengestrengde haar uit elkaar te plukken en uit te borstelen. Het splitsen van een klit gaat het beste met de vingers, niet het snelst, maar wel het prettigst voor de hond. Neem de klit tussen duim en wijsvinger van iedere hand en trek deze in kleinere klitjes uiteen. Steeds kracht zetten naar het lichaam van de hond toe. Op die manier is het bijna uitgesloten de hond te bezeren. De resterende kleine klitjes kunt u wegkammen of borstelen Voor de grote borstelbeurt besproeit u uw Nizinny met de plantensproeier, die, behalve water, b.v. ook een antiklit balsem kan bevatten. 

Ogen:

Iedere morgen even het propje vuil dat in de ooghoeken zit verwijderen. Heeft de hond last van het haar voor zijn ogen dan kunt u hem een speldje of een speciaal elastiekje indoen. Indien u een speld gebruikt zorg er dan voor dat hieraan zo weinig mogelijk scherpe kanten zitten.

Tanden:

Regelmatig op tandsteen controleren. (Gele aanslag zit vaak op de slagtanden en achterste kiezen) U kunt dit zelf verwijderen door het er met nagel van een vinger of duim af te krabben.
Hier moet u de hond reeds jong aan wennen. Het kan ook met een krabbertje zoals de tandarts gebruikt. Zijn het intussen dikke koeken geworden dan is bezoek aan een tandarts noodzakelijk voor behoud van het gebit.
Omstreeks 4 a 5 maanden begint de hond te wisselen. In deze periode kunnen ze soms moeilijk harde dingen eten of kauwen. Ze kunnen aan de diarree komen of er sloom van worden. Let erop dat alle tanden en kiezen van het melkgebit eruit vallen. Bij het doorkomen van de kiezen wil het wel voorkomen dat de hond zijn oren als richtingaanwijzers draagt en dat hij aan zijn kaak krabt. Het lijkt dan alsof hij jeuk aan zijn oren heeft maar het gaat om de kiezen

Oren:

Eenmaal per maand moet u het haar zo diep mogelijk uit de gehoorgang trekken.

NIET KNIPPEN.
De eerste keer zal het best een gevecht zijn maar het went vrij snel.
Als u met een tang of een "kogger"werkt, ga dan nooit dieper in de gehoorgang dan tot waar u de voorzijde van uw gereedschap kunt zien.

Penis/vulva:

De reu plast vooral in zijn jeugd vaak tegen zijn eigen poten aan. Dit moet u schoon houden, anders gaat het vrij snel stinken. Iedere week goed uitborstelen. Voor u borstelt bestooien met b.v. babypoeder. Dat borstelt makkelijker en neemt meteen de geur weg. Zo nu en dan kunt u die plaatsen wassen, met schoon lauw water of een beetje babyshampoo. Het haar vlak voor de penis van de reu kunt u het beste een beetje kort houden ( niet te kort want dat irriteert). Veel reuen hebben in meer of mindere mate een voorhuidontsteking. Dit is op zich niet zo erg en er is ook niet zoveel aan te doen. Er zijn bij de dierenarts wel middelen hiertegen te krijgen om te behandelen of te spoelen.

Een teef wordt twee keer per jaar loops (geen wet van meden en perzen). De eerste keer ligt meestal tussen de 7 en 12 maanden. Ze plast dan vaker is wat ongehoorzaam en sommige teefjes eten er ook slechter van. De vulva zwelt en op het moment dat de eerste druppel bloed valt is de ``loopsheid´´ begonnen. De totale loopsheid duurt gemiddeld drie weken. Het is zaak de hond aan de lijn uit te laten en de reuen uit de buurt te houden. Zorg er voor dat ze niet loskomt........... Deze periode heet niet voor niets "loopsheid". Na de loopsheid de teef goed wassen aan de achterzijde. Dit is voor hygiëne en om het voor reuen "interessante" geurtje weg te wassen.

Anus:

Hier moet u bij ieder uitlaten op toezien dat er geen resten ontlasting in de vacht blijft hangen.

Opvoeding:

Iedereen voedt zijn hond op zijn manier op, maar houd er wel rekening mee dat een Nizinny van ongeveer 1 jaar flink dwars kan zijn en dan is het toch wel prettig als u de baas blijft. Spreek van tevoren met alle huisgenoten af wat hij wel en niet mag en houdt u daar goed aan. Een Nizinny heeft een zacht en meegaand karakter maar hij heeft wel een hele consequente opvoeding nodig waarbij u er van uit moet gaan dat u meer bereikt met belonen van de goede dingen dan met het bestraffen van de foute dingen. Ja is ja en nee is nee en zeker zodra de hond begint te protesteren in de vorm van grommen, moet ieder lid van het gezin hem duidelijk kunnen maken dat dat niet mag, hoe klein de hond ook nog is. Pak ook vanaf de eerste dag af en toe zijn etensbak weg, zodat hij leert dat de baas ten alle tijde dingen moet kunnen afpakken die hij in zijn bek heeft. Een Nizinny leert snel en gemakkelijk, dus maak gebruik van het spreekwoord "Jong geleerd is Oud gedaan". 

Zindelijk maken:

Vooral jonge honden zijn gewend om direct na het slapen en het eten te ontlasten. Hij zal dit niet doen op de slaapplaats zelfs  1 a 2 meter hier vandaan. In de hondenwereld is het nest nou eenmaal kleiner dan in de mensenwereld. Hij moet dus nog ervaren (leren) dat dit in overdekte ruimtes niet mag. Bij de opvoeding speelt beloning en straf een grote rol. Dus ook bij het zindelijk maken. Hij moet eerst weten wat de bedoeling is. Hij begrijpt uw woorden niet, alleen de klank van uw stem wordt begrepen. Het is dus handig dat u de hond zodra hij gegeten heeft of zodra hij wakker wordt mee te nemen naar buiten. Doet hij iets, dan moet u hem de hemel in prijzen met een waarderende stem. Steeds weer. Hij weet nu dat hij beloond wordt als hij het buiten doet. Hij weet echter nog niet dat hij straf krijgt als hij het binnen doet. U moet hem dan ook een paar keer op heterdaad betrappen als hij het binnen doet. Pak hem dan mopperend op en zet hem buiten. Doet hij wat......dan belonen. Als u dit een tijdje volhoudt, is hij zo zindelijk. U mag echter nooit de hond straffen (dus ook niet mopperen) als u iets van hem vindt dat hij ruim tevoren heeft neergelegd. Het begrip tijd kent de hond niet en hij kan ook geen verband leggen tussen het hoopje of plasje en uw boosheid.

Alleen zijn:

De eerste nacht zal uw hond waarschijnlijk janken. Dit kunt u op verschillende manieren aanpakken. U kunt de buren waarschuwen en hem gewoon laten janken dan gaat het na een paar nachten wel over. U kunt ook inspelen op de natuur van honden. Dit verdient naar mijn mening voorkeur. Een jonge hond jankt als hij alleen is om aan te geven dat hij in gevaar is. In de natuur zijn er namelijk genoeg andere roofdieren die graag een malse pup zouden willen verorberen. Als de roedelleden van de pup hem horen janken dan snellen ze toe om hem te verdedigen of hem in ieder geval een veilig gevoel te geven. Op het moment dat de pup ervaart dat er weer roedelleden in zijn omgeving zijn is hij weer stil. U kunt, als zorgzame roedelleider van de pup hem ook dit gevoel geven. Hiervoor is nodig, dat u zeker de eerste nachten de pup het gevoel geeft dat er in zijn nieuwe omgeving niets te vrezen valt. Als u één of twee nachten bij hem slaapt op de plaats waar hij in het vervolg zal slapen dan jankt hij niet. Het horen van uw ademhaling is voor de pup voldoende om zich gesteund te voelen. De eerste methode heeft als nadeel dat de hond op een te vroege leeftijd zelfstandig moet zijn. Dit heeft gevolgen voor zijn ontwikkeling. Het alleen zijn overdag daar kunt u hem geleidelijk aan wennen.

Voeden:

Er zijn tientallen verschillende voedingslijsten en velen ervan zijn voortreffelijk. De lijst die ik voor u heb samengesteld is ontstaan doordat ik hiermee positieve ervaringen en resultaten heb. Complete fabrieksvoeders zijn van een uitstekende kwaliteit. Er zit alles in wat uw hond nodig heeft. In het begin is het zinvol uw hond vier keer per dag te voeden. Als de hond een half jaar is, kunt u één voeding weglaten. Als de hond rond het jaar is, kunt u volstaan met twee voedingen per dag. Hoeveelheden zijn moeilijk aan te geven. Iedere hond is een individu wat het eten betreft.

Drinken:

Het is het beste als de hond de gehele dag over vers drinkwater kan beschikken. Dit heeft echter ook nadelen. In de eerste plaats het zindelijk maken (als er veel staat, wordt er ook veel gedronken) en in de tweede plaats het knoeien. Dus laat ze na het eten drinken en zodra ze zijn uitgedronken droog de sik af en verwijder het water.

Beweging:

Het eerste half jaar heeft de hond veel rust nodig. Hij zal vooral bij het spelen met een andere hond niet van ophouden weten. U moet dan ingrijpen omdat hij zelf zijn grenzen niet kent. U moet een hond net zo zien als een kind. Met een kind van 2 jaar ga je niet 5 kilometer wandelen. Zo ook met een pup. Niet te veel in het begin en langzaam opvoeren. Als u uw pup een beetje kent ziet u aan hem wat hij wel en niet aankan. Het is goed om in het eerste halfjaar uw hond geen trappen te laten lopen of over hindernissen laten springen. Als hij een jaar is moet hij minimaal 1 uur per dag lopen.

Diarree:

De oorzaak van diarree is vaak gelegen in het feit dat de hond iets verkeerds heeft gegeten of een lichte buikgriep heeft. Als het er niet verontrustend uitziet (geen bloed en geen koorts) en de hond drinkt goed dan kunt u hem zonder probleem 24 uur laten vasten (wel drinken). Hierna het eten weer opvoeren tot normale proporties. Als de diarree niet weg gaat dan natuurlijk naar de dierenarts.

Braken:

Indien de hond zo nu en dan wat gras of haar braakt dan is er niets aan de hand. Komt het eten er verschillende malen achter elkaar uit, dan is een bezoek aan de dierenarts aan te raden.

Verwondingen:

Heeft de hond een grote wond die gehecht moet worden dan binnen 6 uur naar de dierenarts anders heeft het geen zin meer. Hechten moet binnen 6 uur geschieden.

Algemeen:

Heeft uw hond in zeewater gezwommen (de vacht wordt hier mooi van) vergeet dan niet hem met schoon water na te spoelen. Nimmer een natte hond borstelen of kammen. Als u de hond normaal laat drogen, kan dat bij een volwassen hond wel een dag en een nacht duren voordat hij geheel droog is. Laat u een ongeborstelde hond zwemmen dan zijn de klitten hierna zeer moeilijk te verwijderen. Gaat u in de winter met sneeuw of gladheid wandelen op straten waar met pekel is gestrooid, smeer dan de onderkant van de voeten in met zuurvrije vaseline.