Fokreglement. 
                                             Rasspecifiek Fokreglement. (versie april 2024)
INHOUDSOPGAVE
1. ALGEMEEN .
2. FOKREGELS .
3. WELZIJNSREGELS .
4. GEZONDHEIDS- EN SCREENINGSREGELS .
5. GEDRAGSREGELS .
6. WERKGESCHIKTHEID .
7. EXTERIEURREGELS .
8. REGELS WELZIJN PUPS .
9. SANCTIEBELEID .
10. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN .
11. INWERKINGTREDING .
1. ALGEMEEN
1.1 Dit VFR voor de Polski Owczarek Nizinny Verbond Nederland, hierna te noemen de
 rasvereniging, beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras
 Polski Owczarek Nizinny zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk
 reglement van de rasvereniging of anderzijds officieel geregeld. Dit VFR is
 goedgekeurd door de algemene ledenvergadering van de rasvereniging op 7 april 2024.
 Inhoudelijke aanpassingen van het VFR kunnen uitsluitend plaatsvinden met
 instemming van de algemene ledenvergadering van de rasvereniging.
1.2 Dit VFR geldt voor alle In Nederland woonachtige leden van de rasvereniging.
1.3 Het bestuur van de rasvereniging dient de door de Algemene Vergadering van de
Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vastgestelde wijzigingen van
 het KR (Kynologisch Reglement), die betrekking hebben op dit VFR en een verzwaring of  aanscherping van de regelgeving betreffen, terstond hierin door te voeren. In tegenstelling tot het gestelde in
artikel 1.1 behoeven deze wijzigingen niet de goedkeuring van de algemene ledenvergadering
van de rasvereniging. Dit ontslaat het individuele lid en de individuele fokker niet van de
plicht, zelf op de hoogte te zijn en te blijven van recente wijzigingen in het KR, ook als het
bestuur van de rasvereniging hier in gebreke blijft. Ieder individueel lid en individuele fokker
is en blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor naleving van het KR, wettelijke en overige
regelgeving. 
1.4 Inschrijving van een nest in het Nederlandse Hondenstamboek (NHSB) door de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vindt plaats conform de regels zoals vastgelegd in het KR.
2. FOKREGELS
2.1 Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar
halfbroer, haar zoon of haar kleinzoon.
Voor pups, die uit een in het NHSB ingeschreven teef geboren zijn, als gevolg van een
dekking die heeft plaatsgevonden in strijd met dit artikel, wordt de opname in het
NHSB geweigerd. (Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR).
2.2 Oudercombinaties
Dezelfde oudercombinatie is maximaal 2 maal toegestaan.
2.3 Aantal reuen per dekking
Het is wel toegestaan dat een teef tijdens een en dezelfde loopsheid door één extra
reu wordt gedekt.
2.4 Minimum leeftijd reu
Op de dag van de dekking moet de reu minimaal de leeftijd van 18 maanden hebben
bereikt.
In dit VFR wordt vaak gesproken over “beide” ouderdieren. Bij gebruik van een extra reu, dient elk ouderdier dat onderdeel is van de fokcombinatie, te voldoen aan de regels in dit VFR.’
2.5 Aantal dekkingen
De reu mag per kalenderjaar in Nederland maximaal 10 geslaagde dekkingen
verrichten met een totaal van maximaal 10 geslaagde dekkingen gedurende zijn leven.
Als geslaagde dekking in Nederland geldt een dekking waaruit minimaal één levende
pup is voortgekomen en ingeschreven is in het NHSB. In bijzondere omstandigheden zal
een nest niet worden ingeschreven in het NHSB (KR artikel III.14 en KR artikel III.14A).
Ook dan wordt uitgegaan van een geslaagde dekking. Indien sperma van de reu wordt
gebruikt voor kunstmatige inseminatie (KI) staat dit voor het bepalen van het
maximale aantal dekkingen gelijk aan een natuurlijke dekking.
Als geslaagde dekking geldt een dekking waaruit minimaal één levende pup is voortgekomen en
ingeschreven in een buitenlands FCI erkend stamboek.
2.6 Cryptorchide en monorchide reuen
Cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij. De fokker of
eigenaar kan voor deze reuen een fokverbod/ Limited Registration aanvragen.
2.7 Gebruik buitenlandse reuen
2.7.1 Gezondheids- en screeningsregels buitenlandse reu
Wanneer voor een dekking een buitenlandse reu met een door de FCI erkende
stamboom wordt gebruikt dan dient deze reu bij voorkeur te voldoen aan de
gezondheids- en screeningsregels zoals deze gelden voor een Nederlandse reu. De
kwaliteit van de uitvoering en beoordeling van de bij de buitenlandse reu
uitgevoerde gezondheids- en screeningsonderzoeken dient zoveel mogelijk
vergelijkbaar te zijn met de gezondheids- en screeningsonderzoeken zoals deze in dit
VFR zijn opgenomen.
Een buitenlandse reu, die lijdt aan een aandoening die volgens dit VFR fok uitsluitend
is, mag niet worden gebruikt voor een dekking in Nederland.
2.7.2 Overige fokeisen buitenlandse reu
Naast de voorwaarden zoals benoemd in Artikel 2.7.1. moet de buitenlandse reu
tevens voldoen aan alle fokeisen die voor reuen in het betreffende land gelden met
betrekking tot gedrag en exterieur.
2.8 Kunstmatige inseminatie (KI)
2.8.1 KI met sperma van een levende reu
Wanneer voor kunstmatige inseminatie (KI) het sperma gebruikt wordt van een nog
levende reu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit Verenigingsfokreglement
(VFR) alsof het een natuurlijke dekking van de reu betreft. De dekking dient in
principe op natuurlijke wijze plaats te vinden. Kunstmatige Inseminatie is voor een
teef slechts één maal toegestaan, en dient bij het bestuur gemeld te worden middels
het dekbericht van de vereniging.
Wanneer voor kunstmatige inseminatie (KI) het sperma gebruikt wordt van een nog
levende reu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit Verenigingsfokreglement
(VFR) alsof het een natuurlijke dekking van de reu betreft.
2.8.2 KI met sperma van een overleden reu
Wanneer voor kunstmatige inseminatie (KI) het sperma gebruikt wordt van een reeds
overleden reu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit VFR alsof het een
natuurlijke dekking van de reu betreft. Onderzoeken met een beperkte
geldigheidsduur, dienen ten tijde van het afnemen van het sperma aan de
voorwaarden te voldoen.
Wanneer voor kunstmatige inseminatie (KI) het sperma gebruikt wordt van een reeds
overleden reu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit
Verenigingsfokreglement (VFR) alsof het een natuurlijke dekking van de reu betreft.
Wanneer voor KI het sperma gebruikt wordt van een reeds overleden reu en de
regelgeving in het VFR is uitgebreider en/of zwaarder dan deze was ten tijde van het
leven van de reu, dan gelden de volgende aanvullende regels:
• De overleden reu moet gedurende zijn gehele leven minimaal voldaan
hebben aan de in die periode geldende gezondheidsregels voor het ras in het
land waar de reu was ingeschreven.
• Het sperma van een overleden reu, waarvan bekend is dat hij leed aan een
aandoening die volgens het huidige VFR fok uitsluitend is, mag niet voor KI
worden gebruikt.
3. WELZIJNSREGELS
3.1 Minimum leeftijd teef
Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 24 maanden
heeft bereikt.
3.2 Maximum leeftijd teef eerste nest
Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag
waarop zij de leeftijd van 60 maanden heeft bereikt.
3.3 Maximum leeftijd teef
Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag
waarop zij de leeftijd van 96 maanden heeft bereikt.
3.4 Maximum aantal nesten
Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar vierde nest is geboren.
3.5 Minimum periode tussen twee nesten
Een teef mag niet worden gedekt als deze dekking tot gevolg heeft dat tussen de
geboortes van twee opeenvolgende nesten van deze teef geen termijn van tenminste
12 maanden zit.
3.6 Maximum aantal keizersneden
Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop twee keer een nest met behulp
van een keizersnede is geboren.
4. GEZONDHEIDS- EN SCREENINGSREGELS
4.1 Gezondheids- en screeningsonderzoeken
Beide ouderdieren dienen voorafgaand aan de dekking in het bezit te zijn van een
geldige uitslag van de in het VFR verplichte gezondheids- en/of
screeningsonderzoeken. De uitslagen van de geadviseerde en verplichte gezondheids-
en screeningsonderzoeken moeten voldoen aan de artikel 4.4 opgenomen criteria.
4.2 Verplichte gezondheids- en screeningsonderzoeken
In het kader van de preventie van gezondheidsproblemen dienen beide ouderdieren
voorafgaand aan de dekking onderzocht te zijn op:
• ECVO, oogonderzoek
• Heupdysplasie (H.D.)
• RCD4, DNA onderzoek (PRA)
4.2.1 Buitenlandse reuen moeten voldoen aan artikel 2.7
4.3 Geadviseerde gezondheids- en screeningsonderzoeken.
 De volgende onderzoeken worden geadviseerd:
• Hypothyroïde (traagwerkende schildklier) via bloedonderzoek naar de waarde van
T4 en TSH.
4.4 Criteria waaraan de gezondheids- en/of screeningsonderzoeken moeten voldoen
De genoemde gezondheids- en/of screeningsonderzoeken moeten voldoen aan de
volgende criteria:
- het HD onderzoek moet erkend worden door de Raad van Beheer
- het ECVO onderzoek mag alleen door een ECVO oogarts worden uitgevoerd. Ten
tijde van de dekking mag het maximaal 12 maanden oud zijn.
- De RCD4 bepaling mag alleen door een geaccrediteerd laboratorium worden
uitgevoerd. Bij de DNA afname moet de identiteit worden gecontroleerd door
een dierenarts of buitendienstmedewerker.
4.5 Resultaten van gezondheids- en screeningsonderzoeken Honden
mogen in de volgende combinaties worden ingezet:
•HD A x HD A
• HD B X HD B
• HD A X HD B
• HD A X HD C
• HD B X HD C
• RCD4 vrij x RCD4 vrij
• RCD4 VRIJ X RCD4 DRAGER
• RCD4 VRIJ X RCD4 LIJDER
Honden met de volgende uitslagen mogen niet ingezet worden voor de fokkerij
HD.
• HD C x HD C
• HD D
• HD E
RCD4 uitslag lijder of drager wanneer deze niet gecombineerd wordt met een RCD 4 vrije hond.
Een hond met ECVO resultaat niet vrij voor PRA en/ of cataract is uitgesloten voor fokkerij met
Uitzondering voor seniele cataract en cataract door een trauma van buitenaf
4.6 Aandoeningen
Met honden die lijden aan een of meer van onderstaande aandoeningen mag niet
worden gefokt.
• epilepsie
• Kaak- of Gebitsafwijkingen
• Geboren met persisterende Ductus Botalli (sluitingsdefecten)
• Porto systemische shunt (levershunt)
• Hypothyroïdie (schildklier aandoening)
• EPI (pancreas afwijking)
• (mogelijk) erfelijke auto immuunziekte
• Combinaties van kort-, knikstaart- of staartloos geboren honden zijn niet
toegestaan.
Met honden die lijden aan een ziekte of afwijking die volgens gangbare veterinaire normen als
chronisch en/of erfelijk beschouwd wordt mag niet worden gefokt.
5. GEDRAGSREGELS
5.1 Karaktereisen
Beiden ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals redelijkerwijs van het betreffende ras
mag worden verwacht.
5.1.1 Uitgesloten zijn honden met overmatige angst, agressie of nervositeit
Op de inventarisatiekeuring van de vereniging zal de hond tevens getoetst worden op
zijn gedrag. Bij angst- of bijtgedrag wordt er door de keurmeester(s) een negatief
fokadvies gegeven, inhoudende een “onvoldoende” als eindoordeel
5.2 Verplichte gedragstest
Voor dit ras is een verplichte gedragstest niet van toepassing.
6. WERKGESCHIKTHEID
6.1 Voor dit ras zijn geen werkgeschiktheidseisen van toepassing.
7. EXTERIEURREGELS
7.1 Diskwalificerende of uitsluitende fouten:
Met honden die één of meer van onderstaande, volgens de FCI rasstandaard
diskwalificerende of uitsluitende fouten vertonen mag niet worden gefokt.
-N.v.t
7.2 Kwalificatie of exterieurkeuring
Eén of beide ouderdieren dienen voorafgaand aan de eerste dekking minimaal 2 keer
hebben deelgenomen aan een door de Raad van Beheer en/of FCI gereglementeerde
expositie en daar minimaal de kwalificatie Zeer Goed hebben behaald, onder 2
verschillende keurmeesters, boven een leeftijd van 15 maanden.
EN
Eén of beide ouderdieren dienen voorafgaand aan de eerste dekking minimaal 1 keer
hebben deelgenomen aan een (inventarisatie)exterieurkeuring georganiseerd door de
rasvereniging en daar minimaal de voldoende hebben behaald, boven de leeftijd van
15 maanden. Deze inventarisatie keuring kan in het geval van een “onvoldoende”
waardering één maal worden herhaald.
De fokgeschiktheidskeuring mag vervallen mits de hond 3 maal een Uitmuntend
gehaald heeft onder 3 verschillende keurmeesters boven een leeftijd van 15
maanden.
Ouderdieren waarvan de eigenaar geen lid is van het Polski Owczarek Nizinny
Verbond Nederland en derhalve niet beschikken over een inventarisatie uitslag van
de vereniging dienen een extra kwalificatie Zeer Goed te behalen zoals omschreven in
artikel 7.2. In het land van vestiging van de eigenaar.
Voor buitenlandse reuen is een nationale exterieurkeuring toegestaan.
8. REGELS WELZIJN PUPS
8.1 De fokker draagt zorg voor een goede huisvesting, voeding en verzorging van moeder
en pups.
8.2 De fokker draagt zorg voor een deugdelijke bescherming van de pups tegen
infectieuze aandoeningen volgens gangbare veterinaire inzichten, en voor een
volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend EU-dierenpaspoort. De pups
moeten voorzien zijn van een unieke ID-chip voordat zij het nest mogen verlaten.
8.3 De fokker draagt zorg voor een goede socialisatie van de pups.
8.4 De pups mogen niet eerder van hun moeder gescheiden worden dan op de leeftijd
van 7 weken en 3 dagen
8.5 Tussen de eerste enting en de overdracht aan de nieuwe eigenaar moeten minimaal 7
dagen zitten
8.6 De moederhond dient voldoende ruimte te hebben om zich in de kraamkamer te
verplaatsen, haar behoefte buiten het nest te kunnen doen en een mogelijkheid te
hebben tot een ligplaats buiten het bereik van de pups.
8.7 Socialisatie: Er moeten voldoende maatregelen genomen worden om zorg te kunnen
dragen voor een goede socialisatie van de pups.
8.8 De conditie van de aanwezige honden moet als “goed “ te beoordelen zijn.
9. SANCTIEBELEID
9.1 Indien een lid één of meerdere regels zoals deze zijn vastgelegd in dit VFR overtreedt,
is het bestuur van de rasvereniging gerechtigd het lid één of meerdere sancties op te
leggen zoals in dit artikel staat beschreven.
9.2 Het is verboden bij aanvraag-, aanmeldings-, inschrijvingsprocedures en alle overige regelingen die in dit reglement zijn opgenomen, onjuiste gegevens te verstrekken of om gegevens te verzwijgen.
Hij die het gestelde in het voorgaande artikel of enig ander artikel van dit reglement overtreedt kan
door het bestuur één of meer van de volgende sancties opgelegd krijgen:
- een berisping
- het niet verstrekken van verenigingscertificaten
- uitsluiting van pupinformatie voor een of meerdere malen
- opzegging van het lidmaatschap door de vereniging conform de statuten
- ontzetting uit het lidmaatschap conform de statuten
- tijdelijke of blijvende diskwalificatie van zijn persoon
- tijdelijke of blijvende diskwalificatie van een of meer van de honden waarvan hij eigenaar is
Alle opgelegde sancties worden vermeld in het verenigingsblad. Het bestuur zal de maatregelen
schriftelijk en gemotiveerd aan de betrokkenen mededelen en verantwoording hierover afleggen aan
de Algemene Vergadering.
Beroep tegen een opgelegde sanctie is mogelijk conform regelgeving in de Statuten en het
Huishoudelijk reglement van de vereniging.
Gedurende de termijn waarin het beroep tegen een opgelegde disciplinaire maatregel loopt, is het
betreffende lid geschorst.
10. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
10.1 Dit reglement is niet van toepassing op nesten die geboren worden uit een teef
gedekt op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt.
10.2 Gezondheids- en screeningsuitslagen, exterieur-, gedrags- en/of werkkwalificaties die
zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben
plaatsgevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn
inbegrepen.
10.3 In bijzondere gevallen kan het bestuur van de rasvereniging bij een besluit met
betrekking tot het toestaan van een bepaalde combinatie afwijken van dit VFR, indien
de belangen van het ras daardoor worden gediend. Een besluit op basis van dit lid
wordt met redenen omkleed naar de leden van de vereniging gecommuniceerd.
11. INWERKINGTREDING
11.1 Na goedkeuring door het bestuur van de Raad van Beheer (Artikel 10 HR en Artikel
VIII.5 + VIII.6 KR) treedt dit VFR in werking op een door de rasvereniging bepaalde dag
nadat het op een voor de vereniging gebruikelijke wijze openbaar is gepubliceerd.
Aldus vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering van het Polski Owczarek Nizinny
Verbond Nederland op 7 april 2024. 
De voorzitter, Shane Lasscher
 De Secretaris, Elke van Dorland