Het zogende teefje:

Het mag duidelijk zijn dat het erg belangrijk is dat de teef deze periode gezond blijft. Om infecties te voorkomen is een goede hygiëne noodzakelijk. Was daarom steeds uw handen voor u in aanraking komt met de pups en de teef. Laat de pups de eerste tijd niet door bezoekers aanraken. Verschoon de bodembedekking vaak.
 
Het is normaal dat een teef tot drie weken na de bevalling blijft vloeien. Eerst is het groenrood gekleurd; later lichtrood en ten slotte wordt het helder slijm. Let op: chocoladekleurige, stinkende uitvloeiing is afwijkend. Dit kan wijzen op een baarmoederontsteking.
 
Ook voor een zogende teef is een compleet hondenvoer geschikt. De behoefte aan voedsel kan oplopen tot wel twee à drie keer de normale hoeveelheid, afhankelijk van het aantal pups. Geef de teef verdeeld over de dag meerdere porties te eten. Zorg steeds voor voldoende vers drinkwater en laat de teef regelmatig uit.

De pups:

Als alles goed gaat hoeft u de eerste weken niet veel aan de pups te doen. U moet natuurlijk opletten of alles wel goed gaat! Daarbij zijn vooral het gedrag en het gewicht van de pups belangrijk.
We zullen hieronder een aantal zaken bespreken die bij de pups van belang zijn.
Tijdens de eerste twee weken van hun leven horen pups rustig en tevreden te zijn. Ze slapen veel en groeien als kool. Onrust in het nest betekent dat er iets niet in orde is! De pups hebben honger of ze zijn ziek. Is een pup traag en koud, raadpleeg dan onmiddellijk de dierenarts.

 Gewicht:

Het is belangrijk om te weten of een pup goed groeit. Noteer daarom het geboortegewicht van de pups en blijf ze voorlopig één maal per dag wegen. Zo controleert u de melkopname per pup. Gemiddeld verdubbelt het geboortegewicht zich in zeven tot acht dagen. Als een pup in gewicht afneemt, is dat een reden om contact met de dierenarts op te nemen.
 
Voor pups die onvoldoende drinken is speciale kunstmelk verkrijgbaar. Om de pups bij het wegen uit elkaar te kunnen houden, brengt u bijvoorbeeld merktekens aan met nagellak of doet u ze verschillend gekleurde draadjes om de hals.

 Voeding:

In de eerste drie weken drinken de pups uitsluitend bij hun moeder. Daarna mogen ze voor het eerst wat vast voedsel eten: een paar geweekte puppybrokjes of pap. Na vijf tot zes weken neemt de melkproductie bij de moeder af en hebben de pups meer vast voedsel nodig. Vergroot de hoeveelheid voedsel "beetje bij beetje".
 
Na zes tot acht weken zult u merken dat de pups nauwelijks meer bij de moeder drinken en vooral vast voedsel eten. Verdeel het voedsel voorlopig in vijf porties per dag.
 
Speciaal puppyvoer heeft een goede samenstelling en voldoet volledig aan de behoefte van snelgroeiende pups. Het is onverstandig om extra mineralen en vitaminen toe te voegen. Zorg altijd voor voldoende schoon drinkwater.

 Spoelwormen:

Heel vaak zijn de pups al vóór de geboorte in de baarmoeder besmet met spoelwormen en daar kunnen ze erg ziek van worden. Ontworm ze daarom op een leeftijd van 2, 4, 6 en 8 weken en vervolgens als ze 4 en 6 maanden zijn. Vanaf die tijd herhaalt u het ontwormen elk half jaar.
Vlooien
Ook vlooien kunnen een pup ziek maken. Zorg er daarom voor dat de pups in een vlovrije omgeving worden geboren. Bedenk dat niet alle vlooienbestrijdingsmiddelen geschikt zijn voor drachtige honden en pups.
 
Inenten:

Honden moeten absoluut worden ingeënt tegen een aantal zeer besmettelijke en levensgevaarlijke ziekten. Omdat vaccinatie maatwerk is, volgt niet iedere dierenarts hetzelfde schema. Meestal zal een pup als hij zes weken oud is worden ingeënt tegen de hondenziekte en parvo, beide dodelijke ziekten. Hierbij krijgt u voor elke pup een vaccinatieboekje waarin de entingen worden genoteerd. Ook wordt in het boekje de gezondheid van de pup beschreven. Dit boekje geeft u later mee aan de toekomstige eigenaar.